Het imposter syndroom: heb jij er wel eens last van?

.

Twijfel je weleens aan jezelf? Het gevoel dat je niet goed genoeg bent, dat anderen meer weten dan jij en dat je misschien door de mand valt? Dit noemen we het imposter syndroom. Je bent zeker niet de enige die dit ervaart. Veel mensen, vooral jonge professionals, hebben last van deze onzekerheid. Maar hoe ontstaat het imposter syndroom, en belangrijker: hoe kun je ermee omgaan? Dat lees je in deze blog.

Wat is het imposter syndroom?

Het imposter syndroom, ook wel het bedriegerscomplex genoemd, is de gedachte dat je anderen misleidt over je eigen kunnen. Je hebt het idee dat je niet de juiste kwaliteiten bezit, terwijl je in werkelijkheid wél competent bent. Hoewel het geen officiële psychische stoornis is, kan het imposter syndroom behoorlijk vervelend zijn. Het voedt angst en onzekerheid, wat je flink kan belemmeren in je werk en persoonlijke leven.

Kenmerken van het imposter syndroom

Als je last hebt van het imposter syndroom, erken je je eigen prestaties en complimenten niet. Je schrijft ze toe aan geluk of externe factoren in plaats van aan je eigen vaardigheden. Hierdoor ben je bang dat mensen ontdekken dat je eigenlijk niet zo capabel bent als ze denken. Herken je jezelf in de volgende gedachtes?

• “Ik werk gewoon extra hard, maar ik ben eigenlijk niet zo goed in wat ik doe.”
• “Als ik succes heb, is dat puur geluk. En ik had hulp van collega’s, dus dat is de echte reden.”
• “Iedereen kan wat ik kan, het is echt geen moeilijk werk.”
• “Vroeg of laat komen mensen erachter dat ik dit eigenlijk niet kan. Dat maakt me onzeker en gestrest.”

Klinkt dit bekend? Iedereen heeft weleens twijfels over zichzelf, maar als je voortdurend dit soort gedachten hebt en daardoor stress ervaart, dan kan het imposter syndroom een rol spelen.
Hoe kom je van het imposter sydroom af?
Het imposter syndroom kan niet alleen vervelend zijn, maar ook je carrière negatief beïnvloeden. Dat is zonde, want je bent waarschijnlijk veel capabeler dan je denkt! Herken je jezelf in de symptomen van het imposter syndroom en wil je van die gedachten af? Hier zijn drie praktische tips om ermee aan de slag te gaan.

Tip 1: Onderzoek je imposter-gedachten

De eerste stap is bewustwording. Waar komt die angst vandaan? Schrijf je negatieve gedachten op, zoals: “Ik had beter mijn best moeten doen” of “Ik ben niet slim genoeg voor deze baan.” Door deze gedachten zwart-op-wit te zien, kun je ze beter analyseren. Vaak blijken ze helemaal niet zo rationeel te zijn als je in eerste instantie dacht.

Tip 2: Daag je gedachten uit

Als je je negatieve gedachten hebt opgeschreven, neem dan op een rustig moment de tijd om ze te onderzoeken. Kloppen ze wel? Zijn het feiten, of eerder aannames? Stel jezelf de vraag: “Is het écht waar dat ik beter had moeten presteren, of heb ik gewoon mijn best gedaan?” Je zult merken dat veel van die gedachten niet gebaseerd zijn op de realiteit, maar op onzekerheid.

Tip 3: Focus op je successen

Naast het opschrijven van je negatieve gedachten, is het net zo belangrijk om stil te staan bij je successen. Schrijf op waar je trots op bent. Heb je een project afgerond, een doel behaald, of een compliment gekregen? Door regelmatig je successen op te schrijven, leer je jezelf eraan te herinneren dat je wél goed bent in wat je doet.

Van imposter syndroom naar zelfvertrouwen

Het imposter syndroom kan vervelend zijn, maar het goede nieuws is dat je er iets aan kunt doen. Door je bewust te worden van je gedachten, ze uit te dagen en je successen te vieren, kun je de negatieve impact van het imposter syndroom verminderen. Vergeet niet: iedereen twijfelt weleens aan zichzelf, maar dat betekent niet dat je niet goed genoeg bent.